De zuivelsector slaagde erin de carbon footprint van melk op 15 jaar tijd met meer dan 26% te doen dalen.
Dankzij een sectorbreed gedragen engagement realiseerde de zuivelsector in 15 jaar tijd (in de periode 2000-2015) een totale daling van de uitstoot van broeikasgassen - uitgedrukt in de carbon footprint (koolstofvoetafdruk) - met 26%.
In de periode 2000-2010 werd een eerste daling in CO2-uitstoot met 20% bereikt, in de periode 2010-2015 was er een nieuwe daling van 9%.
Deze resultaten werden berekend door ERM, een onafhankelijk milieuadviesbureau. Zij bekeken hiervoor de productie van rauwe melk tot wanneer deze de boerderij verlaat. De verwerking, distributie en consumptie werden dus niet in rekening gebracht.
Deze positieve evolutie is onder meer te danken aan een efficiëntere productie (verhoogde productiviteit per melkkoe), een daling van de aankoop en een efficiënter gebruik van krachtvoer en een toegenomen gebruik van bijproducten uit de voedingsindustrie (zoals perspulp & bierdraf) en uit de bio-ethanolproductie (bijvoorbeeld tarwegistconcentraten). Bovendien is het aandeel hernieuwbare energie de laatste vijf jaar sterk toegenomen, onder andere door de installatie van zonnepanelen en pocketvergisters bij de melkveehouders.
Om de 5 jaar wordt de carbon footprint van melk opnieuw berekend om de verdere vooruitgang te meten.
